Belgen willen langer rouwverlof, van drie dagen naar vijf tot tien dagen. De Belgische socialistische oppositiepartij SP.A deed daarvoor deze week een nieuw wetsvoorstel. Maar in de praktijk blijkt dat de gevolgen op de werkvloer na het overlijden van een dierbare groot zijn: het duurt veel langer dan tien dagen voordat mensen weer aan de slag gaan, en als ze weer werken, vallen ze makkelijk uit. Hoeveel verloftijd heeft iemand eigenlijk nodig, en hoe moet dat geregeld worden?
In Nederland bestaat helemaal geen rouwverlof. Doorbetaald calamiteitenverlof is in Nederland wel mogelijk, tot uiterlijk de dag van de begrafenis. Als mensen na de begrafenis meer vrij nodig hebben, kunnen ze via hun werkgever een advies op maat van de bedrijfsarts krijgen, laat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een reactie weten.
“De een heeft andere behoeften dan de ander”, zegt woordvoerster Suzanne van Gils daarover. “De bedrijfsarts kan persoonlijk naar je situatie kijken.”
Rouwdeskundige Jakob van Wielink vindt het begrip rouwverlof voor die eerste paar dagen nadat een dierbare is overleden, misleidend. ‘Beter is het om te spreken van regelverlof, of inderdaad calamiteitenverlof zoals in Nederland. Rouwverlof gaat om een veel langere periode, want rouw na het verlies van een dierbare is een normaal proces waar geen tijd voor staat.”
Van Wielink noemt rouw een levenslange taak, waarin je blijvend tussen verlies en herstel slingert. Hij legt daarbij uit dat de ernst en de duur van de rouw afhankelijk zijn van de relatie tot de dierbare, de omstandigheden waaronder het sterfgeval plaatsvond, je eigen veerkracht, en de context van werk, familie, vrienden en hobby’s …
Lees verder in Trouw